Bonaire
Blijf op de hoogte en volg Eline
30 Januari 2020 | Bonaire, Bonaire
We hadden in totaal 1,5 dag zitting, wat betekende dat ik een halve dag ter vrije besteding had! (Oké, een halve dag geen zitting had en dus vrij had genomen (A)). Het is bijzonder om te zien dat hoewel de eilanden vanuit onze ogen op elkaar lijken (het zijn immers allemaal Caribische eilanden), toch onderling zo verschillen! Ik heb met de auto een klein stukje op het eiland rondgereden, voornamelijk rondom de zoutpannen. Ik heb de foto’s nog niet allemaal omgezet, maar die volgen nog of zal ik later aan de blog toevoegen. Maar het was (is) zo mooi! Langs de zoutpannen kwam ik ook de slavenhuisjes tegen. De slavenhuisjes zijn in 1850 gebouwd, 13 jaar voordat de slavernij op Bonaire werd afgeschaft. Voor die tijd sliepen de slaven in de buitenlucht of in kleine houten hutjes. De kleine huisjes (nauwelijks anderhalve meter hoog) waren bedoeld voor twee volwassen mannen. Dit is nauwelijks voor te stellen, kun je nagaan dat er soms zelfs zes slaven in één huisje sliepen! Tijdens de oogst van het ‘witte goud’ werden ongeveer 500 slaven ingezet. De omstandigheden waren uiteraard zwaar. Ze moesten met houwelen, schoppen en kruiwagens het zout uit de zoutpannen hakken, terwijl de zon flink brandde. Een groot deel van de slaven werd blind door de weerkaatsing van de bovengenoemde zon op de zoutkristallen. Daarnaast stonden de slaven de hele dag met hun blote voeten en handen te werken in de bijtende zoutbasins, niet bepaald goede arbeidsomstandigheden dus.
Na mijn route langs de zoutpannen (waar ik prachtige flamingo’s heb gezien), ben ik doorgereden naar Cai.
Ik had namelijk gelezen dat je daar enorme bergen van lege karkoschelpen kon vinden. Hier moest ik uiteraard naartoe. Mensen die mij immers goed kennen, weten dat ik enorm gelukkig kan worden van schelpen. Het voelde echter alsof ik op een schelpenkerkhof was beland. Later toen ik ging googlen, kwam ik er achter dat het zo ook in de volksmond genoemd wordt. Nou, die naam komt dus niet zomaar ergens vandaan! Maar waar komen die bergen met karkoschelpen vandaan? Op de bodem van de lagune leeft de karko, ook wel de grote kroonslak genaamd. Het is een groot eetbare slakkensoort waar veel op werd gejaagd voor consumptie. Nadat het beest uit zijn huisje was gehaald, werden de schelpen op een grote hoop gegooid. Tegenwoordig zijn de slakken beschermd en is het verboden om op de weekdieren te jagen en te vangen voor consumptie, maar de bergen met lege karkoschelpen liggen er nog steeds. Na mijn uitstapje naar Cai was het voor mij tijd om terug te gaan naar het vliegveld. Helaas heb ik dus een groot deel van het eiland niet kunnen zien, maar een reden te meer om nog een keer terug te gaan!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley